Donkergeblakerd Buikspek

1. Snijd het spek in blokjes van ongeveer 3 bij 3 centimeter en breng het op smaak met de rub. Doe het in een vrieszakje of vacuümzakje en laat het een nachtje in de koelkast liggen.
2. Bereid de grill voor. Stel hem in op 150 graden en vul de rookbox met houtsnippers. Je kunt de houtsnippers van van tevoren weken, maar dat hoeft niet.
3. Plaats de roker-box direct op de brander en warm deze op.
4. Rook het buikspek 1,5 tot 2 uur boven indirecte hitte. Het buikspek moet een mooie goudgele kleur krijgen.
5. Leg het buikspek nu in een ovenvaste schaal. Smeer de boter, suiker en barbecuesaus op het buikspek. Meng alles nog eens goed en dek de schaal af met aluminiumfolie. Plaats de schaal in de indirecte verwarmingszone van de grill en rooster nog eens een uur op 120-130 graden. Roer een aantal keer tussendoor.
6. Verwijder de folie na een uur en gaar nog een half uur op 150 graden, roer geregeld, zodat de saus een mooie korst vormt rondom het vlees.

Geroosterde paprika

1. Grill de paprika‘s op de bakplaat of boven directe hitte tot ze zwart zijn. Het velletje haal je er later af.
2. Als de paprika‘s goed geschroeid zijn, doe je ze direct met de kruiden in een vrieszak en sluit je die af. Laat de paprika‘s nu 10 tot 15 minuten zweten, zodat je de velletjes er beter af kunt pellen.
3. Haal de paprika‘s uit het zakje, pel de velletjes eraf, verwijder de kern en de zaadjes en snijd ze in hapklare stukken.
4. Breng ze op smaak met wat olie, zout, peper, kruiden en knoflook.