Côte de boeuf van het draaispit

1. Zout het gebraad de dag ervoor aan alle kanten royaal met het roze Himalayazout. Afhankelijk van hoe groot het gebraad is, kun je tot 75 gr zout gebruiken. Breng op smaak met veel zout. Leg het gebraad op een rooster boven een plaat en zet het in de koelkast tot je klaar bent om te grillen (als je het vergeet of dezelfde dag nog grillt, geef het dan zo lang mogelijk de tijd in te trekken, minstens 45 minuten). 

2. Verwarm de barbecue voor op ongeveer 200ºC. Terwijl de barbecue opwarmt, haal je de côte de boeuf uit de koelkast. Kruid het gebraad met de knoflook, fijngehakte rozemarijn (en/of tijm) en zwarte peper en druk de kruiden en peper voorzichtig in het vlees. Bind het gebraad stevig tussen elk bot vast met slagerstouw. Dit zorgt ervoor dat het onderste kapje niet loskomt en het braadstuk gelijkmatig gaart. 

3. Schuif de eerste set vorken op een draaispit en schuif dan voorzichtig de côte de boeuf op het spit. Schuif tot slot de tweede set vorken op de spinstang. Zet het gebraad vast met de vorken. 

4. Plaats de spitstaaf in de motor en zet hem aan om ervoor te zorgen dat alles goed in balans is. Plaats een lekbak onder het gebraad en vul deze met 275 ml runderbouillon of water. 

5. Grill het gebraad op het draaispit met de achterste brander op hoog gedurende 15 tot 20 minuten of tot er een mooie harde laag op de buitenkant zit. Verlaag de hitte van de achterste brander naar medium, de warmte van de barbecue moet zakken tot een temperatuur rond 150ºC. Grill maximaal 2 uur. Controleer regelmatig de lekbak en de interne temperatuur. Vermijd zoveel mogelijk het optillen van het deksel. 

6. Je côte de boeuf is gaar als een vleesthermometer in het midden 180ºC aangeeft voor medium-rare. Leg het gebraad op een plank en verwijder voorzichtig de draaispiraal en de vorken, want die zijn nog heet en verhogen de warmte van het vlees. 

7. Knip het touw weg om te voorkomen dat het vast komt te zitten in de harde rand van het vlees. Span het gebraad vervolgens in folie en laat het minstens 20 minuten rusten voordat je het in plakjes snijdt en serveert. 

8. Maak tijdens het rusten een heerlijke jus. Meng in een steelpan op een matig laag vuur 60 ml rundervet (vul aan met boter als er niet genoeg is) en voeg dan dezelfde hoeveelheid bloem toe. Voeg langzaam bouillon en/of water toe en klop tussen de toevoegingen door tot je een mooie jus hebt. Als de jus te dik is, voeg dan meer bouillon en/of water toe. Als het te dun is, laat het zachtjes sudderen tot het ingedikt is. 

9. Snijd het gebraad in plakjes en serveer met je favoriete bijgerechten.